Van bindend studieadvies naar doorstroomnorm: wat betekent dit voor jou?
Vanaf 2025 verandert er iets belangrijks in het hoger onderwijs. Het bindend studieadvies (BSA), waarmee eerstejaars verplicht werden om te stoppen als ze niet genoeg studiepunten haalden, verdwijnt geleidelijk bij steeds meer hogescholen en universiteiten. In plaats daarvan komt er een doorstroomnorm: een studieadvies gebaseerd op een bepaald aantal punten, maar dan niet-bindend.
Dit betekent dat je als eerstejaars student voortaan niet automatisch hoeft te stoppen als je de norm niet haalt. In plaats daarvan krijg je extra begeleiding en maak je een persoonlijk plan om je achterstand in te halen. In dit artikel lees je wat deze doorstroomnorm inhoudt, waarom het BSA wordt afgeschaft en wat dat voor jou betekent.
Wat is het bindend studieadvies (BSA) precies?
Het BSA was jarenlang een harde selectie aan het einde van je eerste studiejaar. Je moest een minimum aantal studiepunten halen om door te mogen naar het tweede jaar. Haalde je die norm niet (en waren er geen bijzondere omstandigheden zoals ziekte), dan kreeg je een negatief BSA. Dit betekende dat je opleiding je inschrijving beëindigde en je verplicht moest stoppen.
Voorbeeld: Je doet een hbo-opleiding en aan het einde van jaar één heb je 40 van de 60 punten gehaald. Stel, jouw opleiding had een norm van 45 punten. Met het oude BSA moest je dan verplicht stoppen, tenzij je bijzondere omstandigheden kon aantonen, zoals ernstige ziekte.
Het idee van het BSA was om alleen studenten te laten doorstromen die bewezen hadden dat ze hun studie aankonden. Dit systeem leidde echter tot veel kritiek.
Waarom moet het BSA volgens sommige scholen verdwijnen?
Het BSA stond al langer ter discussie vanwege enkele grote nadelen:
Stress en prestatiedruk:
Veel studenten ervaarden enorme stress omdat ze in korte tijd moesten bewijzen dat ze hun opleiding aankonden. Hierdoor lieten studenten belangrijke nevenactiviteiten zoals een bestuursjaar of vrijwilligerswerk schieten.
Inefficiëntie en extra kosten:
Studenten met een negatief BSA schreven zich vaak opnieuw in voor dezelfde studie aan een andere instelling. Dit leidde tot vertraging, extra studieschuld en nauwelijks minder uitval. Lees ook: Inschrijven studie na een negatief BSA? Dit zijn de opties.
Daarnaast bleek tijdens de coronapandemie dat een flexibelere aanpak mogelijk én wenselijk was. In 2020 en 2021 mochten hogescholen tijdelijk soepeler omgaan met het BSA vanwege de omstandigheden. Veel studenten kregen daardoor de kans om hun achterstand later in te halen. Dit experiment toonde aan dat het ook anders kon.
Politiek en studentenorganisaties pleitten hierna massaal voor afschaffing van het bindend karakter van het studieadvies. Eind 2020 besloot de Tweede Kamer dat het BSA zou moeten verdwijnen of in elk geval niet-bindend moest worden. → Hogescholen en universiteiten zijn sindsdien gaan experimenteren met andere vormen van studieadvies. Hier komt de doorstroomnorm in beeld. Lees ook: BSA omlaag in 2025-2026: Geldt het ook voor jou?
Wat houdt de nieuwe doorstroomnorm in?
In plaats van een verplichte, harde grens introduceerden sommige hogescholen en universiteiten al een doorstroomnorm. Dit is nog steeds een norm van bijvoorbeeld 45 studiepunten in het eerste jaar, maar deze is niet langer bindend. Je wordt dus niet verplicht van de opleiding verwijderd als je deze punten niet haalt.
→ Voorbeeld: Zuyd Hogeschool (Heerlen) was in 2022 de eerste instelling die het BSA volledig verving door een doorstroomnorm. Vanaf het collegejaar 2025-2026 doet Avans Hogeschool hetzelfde: haal je minimaal 45 studiepunten in je eerste jaar, dan ga je automatisch naar jaar 2. Haal je minder, dan mag je alsnog door, maar wel met een individueel plan om je achterstand in te lopen.
Deze doorstroomnorm is dus eigenlijk een dringend, maar niet-bindend studieadvies. Jij beslist uiteindelijk zelf of je doorgaat met de studie, stopt, of eventueel overstapt naar een andere opleiding. Lees ook: Propedeuse niet gehaald na twee jaar: wat nu?
Hoe werkt die doorstroomnorm in de praktijk?
Als je onder de doorstroomnorm zit, krijg je voortaan intensieve begeleiding. Samen met je studieloopbaanbegeleider bespreek je waarom je studievoortgang tegenviel en wat een goede vervolgstap is. Dit kan betekenen dat je:
Het eerste jaar overdoet
Misschien was de studie toch zwaarder dan verwacht of had je persoonlijke problemen. Je krijgt dan de kans om opnieuw te starten en je propedeuse alsnog te behalen, eventueel met extra begeleiding.
Overstapt naar een andere opleiding
Als blijkt dat de opleiding niet goed bij je past, word je begeleid bij het maken van een studiekeuze. Dit voorkomt dat je blijft aanmodderen en later alsnog stopt.
Een maatwerktraject volgt
Dit is vaak de meest gekozen optie. Je stroomt door naar jaar 2, maar volgt een programma op maat. Je kunt bijvoorbeeld alvast bepaalde tweedejaarsvakken volgen, terwijl je de vakken van jaar 1 nog inhaalt. Dit gebeurt aan de hand van een persoonlijk studieplan, vaak met extra begeleiding of bijlessen. Lees ook: Negatief BSA en dezelfde studie.
→ Voorbeeld bij Avans Hogeschool: Studenten met zo’n maatwerktraject kunnen al vakken uit het tweede jaar volgen, mits ze tegelijkertijd hun openstaande eerstejaarsvakken inhalen. Je krijgt hierbij een duidelijk en haalbaar persoonlijk studieplan. Zo kun je alsnog je propedeuse halen zonder studievertraging.
Waarom komt de doorstroomnorm er?
De doorstroomnorm wordt ingevoerd om twee belangrijke redenen: meer tijd om te oriënteren én minder prestatiedruk. Veel studenten ervaren de overstap van middelbaar onderwijs naar hbo of universiteit als groot. Een nieuwe omgeving, meer zelfstandigheid en moeilijkere stof zorgen voor uitdagingen. Niet iedere student heeft vanaf het begin meteen duidelijk of de studie perfect past, of hoe hij het studieritme moet oppakken. Sommigen bloeien pas later in het eerste jaar op.
Het zou zonde zijn als studenten door één slechte start direct moeten stoppen met hun opleiding. De doorstroomnorm geeft eerstejaars daarom meer ruimte en tijd om te wennen en te ontdekken wat bij hen past, zonder dat een matig semester meteen het einde betekent.
Doorstroomnorm tegen extreme prestatiedruk
Daarnaast is de doorstroomnorm expliciet bedoeld om de extreme druk van het eerste studiejaar te verminderen. Onder het oude BSA-systeem voelde het eerste jaar vaak als een continu examen, met als dreiging dat je bij te weinig punten direct moet stoppen. Dit veroorzaakte bij veel studenten stress, prestatiedruk en zelfs studie-uitval.
Studenten raakten daardoor meer gefocust op het halen van studiepunten, in plaats van echt te leren en zich persoonlijk te ontwikkelen. Zoals het college van bestuur van Avans het omschreef:
“De dreiging van een bindende afwijzing kan leiden tot verhoogde druk en stress, wat het welzijn van studenten negatief beïnvloedt.”
Positiever studieklimaat door de doorstroomnorm
Met de invoering van de doorstroomnorm wil men een positiever en constructiever studieklimaat creëren. Studenten krijgen zo de kans om vakken die ze niet meteen halen later in te lopen, zonder meteen te hoeven vertrekken. Uiteraard blijft het belangrijk dat studenten uiteindelijk de basiskennis beheersen voordat ze echt de hoofdfase van hun studie ingaan (vaak vanaf het tweede jaar). Daarom krijgen studenten extra mogelijkheden en begeleiding om eventuele achterstanden in te halen terwijl ze hun studie voortzetten.
Centraal in dit nieuwe systeem staat de eigen verantwoordelijkheid van studenten. Met begeleiding en goed advies maak je voortaan zélf de keuze: doorgaan ondanks achterstanden, of toch overstappen? Jij houdt zelf de regie, in plaats van dat de instelling dit op basis van één strikte puntengrens voor je bepaalt.
Wat zijn de voordelen van de doorstroomnorm voor jou als student?
Het loslaten van het strenge BSA brengt een aantal belangrijke voordelen met zich mee. We zetten ze overzichtelijk voor je op een rij:
Minder stress in je eerste jaar:
Je hoeft niet meer alles perfect te doen in jaar één. De druk om direct 60 van de 60 punten te halen verdwijnt. Hierdoor heb je meer rust en ruimte om te wennen aan het hoger onderwijs en te ontdekken of de studie écht bij je past. Zonder constante angst dat één onvoldoende meteen betekent dat je moet stoppen. Lees hier wat er gebeurt als je 1 studiepunt te weinig hebt.
Meer tijd voor moeilijke vakken:
Heeft jouw opleiding één of twee lastige vakken die je maar moeilijk onder de knie krijgt? Dankzij de doorstroomnorm kun je je beter focussen op die moeilijke vakken. Als je ze in jaar één niet haalt, is dat geen ramp: je kunt ze herkansen of eventueel meenemen naar het volgende jaar. Dit zorgt ervoor dat je moeilijke stof beter over een langere periode kunt verspreiden en uiteindelijk goed begrijpt.
Flexibeler studiepad:
Als je in je eerste jaar minder punten haalt dan gewenst, kun je toch doorgaan met je studie. Hierdoor ontstaat er ruimte voor een flexibelere planning. Misschien wil je in het tweede jaar een bestuursfunctie doen, een stage lopen of extra vakken volgen. Met het wegvallen van de harde BSA-grens kun je deze kansen benutten zonder meteen grote vertraging op te lopen, omdat je vakken uit jaar één later alsnog kunt afronden.
Geen gedwongen herstart op een andere school:
Onder het oude systeem moesten studenten met een negatief BSA verplicht stoppen. Vaak begonnen zij dezelfde studie opnieuw bij een andere instelling: een enorme omweg met veel gedoe, nieuwe stad, nieuwe school, enzovoort. De doorstroomnorm zorgt ervoor dat je gewoon op je plek kunt blijven en niet meer onnodig hoeft te herstarten.
Minder studievertraging en lagere kosten
Doordat er minder studenten gedwongen stoppen of moeten switchen, ontstaan er minder langstudeerders. Je kunt met een persoonlijke planning in het tweede jaar doorgaan, waardoor je niet per definitie een jaar verliest. Dit leidt tot minder studievertraging, lagere studiekosten en dus minder studieschuld. Uiteindelijk biedt de doorstroomnorm betere kansen om sneller en zonder onnodige vertraging je diploma te halen.
Zijn er ook nadelen aan het nieuwe systeem?
Ja, aanvankelijk waren er zeker zorgen. Niet alle docenten en onderwijsinstellingen stonden meteen positief tegenover het invoeren van de doorstroomnorm. De belangrijkste bezwaren waren:
Risico op “aanmodderen”
De angst bestond dat studenten die eigenlijk niet op hun plek zitten langer blijven hangen. Hierdoor zouden tweede- en derdejaarsklassen vol zitten met studenten die nog vakken uit jaar 1 moeten inhalen.
Problemen bij groepswerk
Sommige docenten vroegen zich af hoe groepsprojecten zouden verlopen als studenten met forse achterstanden meedoen. Zou dat betekenen dat andere groepsleden hun werk moeten overnemen?
Daling van onderwijskwaliteit
De aanwezigheid van studenten met aanzienlijke achterstanden kan volgens critici het niveau van de lessen beïnvloeden, omdat docenten extra aandacht moeten besteden aan achterblijvers.
Extra werkdruk voor docenten
Intensieve begeleiding van achterblijvende studenten kost docenten meer tijd en energie, waardoor hun werkdruk verder toeneemt.
Hoe zijn deze zorgen aangepakt?
Gelukkig zijn deze zorgen serieus genomen. Hogescholen zoals Avans hebben daarom duidelijke plannen gemaakt om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen en iedereen eerlijk te behandelen. Er wordt bijvoorbeeld gezorgd voor:
Extra ondersteuning en begeleiding voor studenten die onder de norm scoren.
Strenge controle door examencommissies, zodat het niveau van afgestudeerden gewaarborgd blijft. De eisen om af te studeren worden namelijk niet verlaagd.
Duidelijke afspraken en deadlines om achterstanden weg te werken. Uiteindelijk moet iedere student gewoon zijn propedeuse behalen voordat hij of zij kan afstuderen, alleen krijgt men daar nu iets meer tijd voor.
Zorgt de doorstroomnorm voor meer langstudeerders?
Sommige critici vrezen inderdaad dat studenten door de soepelere regels vaker langer over hun studie gaan doen. Toch valt dat in de praktijk mee:
Veel studenten deden ook vóór de invoering van de doorstroomnorm al langer over hun opleiding. Vier jaar over een driejarige bachelor is bijvoorbeeld helemaal niet ongebruikelijk.
Hogescholen en universiteiten communiceren duidelijk over de maximale studieduur en de consequenties van vertraging. Meestal geldt dat je binnen vijf of zes jaar je diploma moet behalen. Haal je dat niet, dan kunnen behaalde punten alsnog vervallen, of kun je alsnog van de opleiding verwijderd worden. Eeuwig blijven studeren is dus geen optie.
Wat betekent de doorstroomnorm concreet vanaf het tweede studiejaar?
Veel studenten vragen zich af: stel dat ik na jaar 1 door mag naar jaar 2, maar nog niet alle vakken gehaald heb, hoe lang mag ik dan vakken uit eerdere jaren blijven meenemen? Dit verschilt per opleiding. De exacte regels staan beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van je eigen opleiding. Daar vind je precies hoe wordt omgegaan met openstaande vakken en doorstroming.
Veel opleidingen hanteren regels zoals:
Je mag pas starten met het derde studiejaar als je je propedeuse (jaar 1) of zelfs alle punten uit jaar 2 hebt gehaald.
Je mag bepaalde vakken uit hogere jaren pas doen als je aan alle voorwaarden uit eerdere jaren voldoet.
Rechtszaak Hogeschool Leiden (2025) als voorbeeld
Een bekende zaak speelde in april 2025 bij Hogeschool Leiden. Deze hogeschool bepaalde dat studenten alle punten uit jaar 2 moesten hebben voordat ze met jaar 3 mochten starten (zoals een minor), zelfs als de vakken inhoudelijk niets met elkaar te maken hadden. Een student was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter.
De Raad van State gaf echter de hogeschool gelijk, omdat onderwijsinstellingen wettelijk (artikel 7.13 WHW) zelf mogen bepalen wanneer ze extra eisen stellen aan doorstroom. Dit is toegestaan, zolang het redelijk en duidelijk onderbouwd is.
Deze zaak laat zien dat opleidingen soms streng kunnen zijn. Daarom is het belangrijk dat je de regels van je opleiding goed kent en de OER aandachtig leest, zodat je niet wordt verrast door onverwachte eisen.
Wat betekent dit concreet voor jou?
De trend bij hogescholen is gelukkig wel dat ze studenten niet onnodig tegenhouden. Maar let op: je moet uiteindelijk wel je achterstanden wegwerken. Vaak geldt hiervoor een duidelijke deadline. Bij Avans Hogeschool moet je bijvoorbeeld uiterlijk aan het eind van je tweede jaar je propedeuse volledig behaald hebben. Doe je dat niet, dan kan alsnog een negatief studieadvies volgen.
Het verschil is echter dat opleidingen je hierbij intensiever begeleiden, zodat je een eerlijke kans krijgt om het alsnog te halen.
Onterecht een negatief studieadvies ontvangen?
Heb jij een negatief studieadvies gekregen en ben je het daar niet mee eens? Je hoeft dit niet zomaar te accepteren. Je hebt altijd het recht om in beroep te gaan tegen het besluit van jouw opleiding.
De Studentenadvocaat kan met jou meekijken en helpen met een sterk bezwaar of beroepschrift. We hebben veel ervaring met deze situaties en weten precies waar we op moeten letten. Misschien heeft je opleiding bijvoorbeeld onvoldoende rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden (zoals ziekte of problemen thuis), of is de procedure niet goed gevolgd. Bij dit soort gevallen kun je vaak alsnog gelijk krijgen.
Maak je geen zorgen over de kosten: wij helpen je ook als je weinig geld hebt. Neem vandaag nog contact met ons op. Wij staan klaar om jou te helpen.
Veelgestelde vragen over de doorstroomnorm en het BSA
-
Een bindend studieadvies is een verplichte norm: als je niet genoeg studiepunten haalt in je eerste jaar (vaak 45 of 60 punten), moet je stoppen met de opleiding. Een doorstroomnorm is daarentegen niet bindend. Er is nog steeds een puntenrichtlijn (bijv. 45 punten), maar haal je die niet, dan mag je toch door naar het volgende jaar. Je krijgt dan een dringend advies en extra begeleiding in plaats van een verplichte uitschrijving. Het grote verschil is dus dat BSA je studie kan beëindigen, terwijl de doorstroomnorm je een tweede kans geeft zonder directe uitsluiting.
-
In je eerste jaar word je bij veel hogescholen met een doorstroomnorm niet meer gedwongen om te stoppen. Maar dit betekent niet dat je voor altijd alle tijd hebt. Als je na extra kansen en begeleiding nog steeds te weinig vooruitgang boekt, kan je school in latere jaren alsnog ingrijpen. Bijvoorbeeld door te eisen dat je na twee jaar je eerste jaar compleet hebt afgerond. Helemaal vrijblijvend is studeren dus niet, maar de harde knip na jaar 1 verdwijnt wel.
-
Ga meteen naar je studieloopbaanbegeleider of decaan als je merkt dat je achterloopt. Er zijn vaak mogelijkheden om je studieplanning aan te passen of extra hulp te krijgen.
Als een negatief BSA echt niet meer te voorkomen is, kun je overwegen om je vóór 1 februari uit te schrijven. Dan voorkom je de negatieve stempel en kun je het jaar erop opnieuw beginnen. Dit is wel een grote beslissing met gevolgen voor je studiefinanciering, dus laat je goed voorlichten.
Heb je toch een negatief BSA gekregen en ben je het er niet mee eens? Dan kun je bezwaar maken bij het College van Beroep voor de Examens. Dit moet binnen 6 weken na het besluit. Schakel hierbij hulp in van De Studentenadvocaat. Zo maak je meer kans om alsnog door te mogen met je studie.